Bij het klaarmaken van een goede spuitvloeistof komt heel veel kijken. Zoals met veel dingen; je doet het goed of je doet het niet. Wat namelijk nog veel te veel onderbelicht is, is het goed en wel doordacht klaar maken van een spuitvloeistof.
Wist u dat de temperatuur van de spuitvloeistof, de pH en het soort water van enorme invloed zijn op het resultaat van uw bespuiting? Dat als u bassinwater gebruikt met een pH van 8, dat er dan bestrijdingsmiddelen zijn die spontaan of binnen een paar uur afbreken met als gevolg een (zeer) beperkt effect qua bestrijding. Daar gaat uw dure middel en dat is toch zonde van het geld en de tijd? Streef dus naar een pH van de spuitvloeistof die rond de pH van een blad ligt, een pH tussen de wel bekende 5 en 6. (de pH concentratie van H+ ionen in een oplossing is belangrijk, bij een pH 5 zitten er 1.000 maal meer H+ ionen in een oplossing dan bij een pH 8) Als je dit realiseert, is het natuurlijk niet raar dat een plant anders reageert qua opname van het bestrijdingsmiddel of dat het effect van het middel hierdoor (mede) bepaald wordt. Vergelijk het maar met een druppel koud water die snel van uw huid rolt omdat het lichaam hier direct op reageert. Dat gebeurt ook als een druppel spuitvloeistof een blad raakt met een (te) afwijkende pH.
Wist u dat er (hulp)middelen zijn die zorgen voor een betere opneembaarheid in de plant waardoor u nog maar de helft van een bestrijdingsmiddel nodig heeft? Dat dit soort (hulp)middelen kunnen zorgen voor soms wel een 6x hogere (gemeten) concentratie werkzame stof in de plant?
Een uitvloeier kan een betere bedekkingsgraad geven, maar als aan het bestrijdingsmiddel al uitvloeier is toegevoegd, dan heeft dat geen zin meer om het nog eens extra toe te voegen. Dan zal het resultaat van de bestrijding juist minder zijn. Met extra uitvloeier kan zelfs het gevaar op blad- en bloemverbranding toenemen. Tevens zijn er “hechters” verkrijgbaar die zorgen dat het middel juist beter op het blad blijft liggen en ook voor een betere verdeling zorgen. Een proef bekijken waarin deze middelen zijn gebruikt en met kleurstof toegevoegd, doet menigeen versteld staan en moet je dit een keer gezien hebben!
Wie meet wel eens de temperatuur van de spuitvloeistof? Het beste is een temperatuur van tussen de 16 en 22 °C.
De pH van het bassinwater moet dus ook gemeten worden. Kortom, het gaat om een stukje bewustwording dat het resultaat van een bestrijding eigenlijk bepaald wordt door details!
We zien vaak dat dezelfde middelen worden gebruikt door telers tegen bijvoorbeeld spint.
Waarom werkt het bij de één wel goed en is het resultaat bij de ander nihil? Een oorzaak kan zijn dat sommige insecten in winterrust gaan (bijvoorbeeld spint) en dus bij de ene kweker al wel actief zijn door temperatuurverhogingen en bij de andere kweker nog niet. Bestrijding wordt een stuk effectiever als de spint niet meer in winterrust is. Vergelijk het maar met het bestrijden van bepaalde luizensoorten als ze zich niet verplaatsen op de plant. Het zit dus niet alleen in het middel, de techniek of het stadium waar het insect zich in bevindt, maar ook hoe een middel klaar is/wordt gemaakt.
Realiseer ook dat een middel dat al eerder is klaar gemaakt of dat als restant opgebruikt wordt, minder effectief kan zijn. De kans is aanwezig dat een middel (gedeeltelijk) is afgebroken door licht en temperatuur.
De mate van vervuiling (organisch materiaal en/of elementen = hardheid van het water!!) heeft ook invloed op de effectiviteit van een middel.
Het gaat hier dus om allerlei randeffecten en voorwaarden, die wel degelijk belangrijk zijn.
Het is duidelijk dat de overheid het gebruik van chemische middelen steeds meer aan banden legt. Daarom moeten we goed, efficiënt en zo slim mogelijk omgaan met de middelen die we nog hebben. Zo zijn er gewasbeschermingsmiddelen die schadelijk zijn voor de biologische bestrijders die u wellicht toepast. Echter, dit soort middelen zijn soms alleen schadelijk voor de volwassen bestrijders of alleen voor de eitjes en/of larven. In overleg kan dan besloten worden om toch dat middel te gebruiken. De plaag krijgt dan net even een tik, waarna het restant van de biologie dat niet is bestreden, toch de plaag onder controle kan brengen. Dit is heel lastig om te beslissen, maar uw adviseur heeft het waarschijnlijk al vaker meegemaakt.
De kennis bij adviseurs die in en om de gewasbeschermingsbranche werken, is echt enorm. Alleen dringt die kennis niet altijd helemaal door tot in de praktijk. Als u twijfels hebt over de werking van een bepaald middel, betrek deze mensen er dan bij. De economische belangen zijn tegenwoordig te groot als een bestrijding niet of niet goed is aangeslagen. Adviseurs zijn wel dagelijks met gewasbescherming bezig. Doe er uw voordeel mee. Betrek ze, liefst vooraf, maar ook bij een tegenvallend resultaat. Juist van fouten kunt u een hoop leren.